Uit een recent arrest van de Hoge Raad blijkt dat de belastingdienst een aanslag met foutief berekende heffingsrente achteraf mag corrigeren met een nadere beschikking. Hierbij moet er wel rekening gehouden worden met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.
Wanneer u te weinig belasting betaalt, zal u van de Belastingdienst een naheffingsaanslag ontvangen. Er blijft dan een bepaald bedrag openstaan waar heffingsrente over berekend wordt. Onlangs oordeelde De Hoge Raad tijdens een rechtszaak waarin een bedrijf het niet eens was met de correctie van de belastinginspecteur. Er werd door de BV te weinig belasting aangegeven en afgedragen, waarop later door een administratieve fout €70,- heffingsrente bedroeg. Hierom stuurde de inspecteur een beschikking, maar de bv vond dat de Belastingdienst geen recht had om de heffingsrente achteraf te corrigeren. Hiermee stapte de bv naar de rechter.
De bv kreeg van zowel de rechtbank in Haarlem en het gerechtshof in Amsterdam gelijk, alleen was de Hoge Raad het hier niet mee eens. De rechtbank en het gerechtshof concludeerden dat er inderdaad geen wettelijke basis was waarop de inspecteur de te weinig geheven heffingsrente kon naheffen. De Hoge Raad daarentegen vond dat bij het vaststellen van de heffingsrente dezelfde regels gelden als voor het vaststellen van een belastingschuld. Hieruit bleek dat de fiscus de te weinig geheven belasting gewoon mocht naheffen. Hierbij werd door de Hoge Raad benadrukt dat de belastingdienst wel rekening moet houden met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, welke niet in het geding waren in deze zaak.